Maart 2016, De Limbuger

Interview door Jan Cuijpers

Hugo Levels uit Neer en Eric Munnicks uit Roermond besloten in 2010 hun expertise te bundelen. Bijna dertig jaar onderzoek in archieven, correspondentie met 600 WOII-veteranen en uitpluizen van Limburgse dagboeken resulteert in de trilogie ‘Waar blijven de bevrijders’.

Het bijzondere aan de trilogie die hij en Eric Munnicks gaan uitgeven is 'dat wij fouten hebben hersteld', zoals Levels het noemt. Levels, in het dagelijkse leven belastingambtenaar, is al sinds zijn jeugd in de ban van de Tweede Wereldoorlog. Co-auteur Munnicks, laborant bij het in Roermond gevestigde bedrijf Sekisui Alveo, verzamelt al vanaf 1966 militaria en hij is schrijver van de boeken 'Wees op uw hoede' en 'Van kazemat tot kelderleven'. In die uitgave nam Levels het militaire gedeelte voor zijn rekening.
Toen het duo in 2010 in Verdun met een pilsje in het zonnetje zat, is het idee geboren hun beider onderzoeken te bundelen en de bevrijding van Noord- en Midden-Limburg te beschrijven vanuit drie invalshoeken: de Geallieerden, de Duitsers en de burgers. En nu ligt Waar blijven de bevrijders er. Dertig jaar onderzoek in Engelse, Amerikaanse, Canadese en Duitse archieven, correspondentie met 600 WOII-veteranen van beide kanten en lezing van tientallen dagboeken (in veel gevallen gevolgd door interviews) van Limburgse burgers heeft een schat aan informatie en uniek beeldmateriaal opgeleverd. 'In Limburg zitten diverse verzamelaars met een prachtig archief', weten de onderzoekers nu.

'Veel zaken die zich tijdens de bevrijding van Zuid-Nederland hebben afgespeeld, worden in de geschiedschrijving met drie zinnetjes afgedaan. Wij hebben die zaken tot het bot uitgeplozen. Waarom heeft het bijvoorbeeld zo lang geduurd voordat de westkant van de Maas werd bevrijd?', vertellen Levels en Munnicks daags voordat ze weer naar een Londens archief vertrekken. Ze hebben zich verbaasd over het gesteggel als kleuters op hoog niveau tussen officieren, zowel aan de Duitse als de Geallieerde kant. 'Model en Von Rundstedt konden slecht met elkaar overweg, net zoals Eisenhower en Montgomery elkaar niet lagen. Monty negeerde meer dan eens bevelen van Eisenhower, die dreigde de Brit van zijn commando te ontheffen als hij de aanval bij Overloon niet zou stoppen.'
Bij Overloon zou de grootste tankslag van Nederland tijdens de bevrijding hebben plaatsgevonden. Maar Levels en Munnicks hebben ontdekt dat de enige tankslag ten oosten van Meijel heeft plaatsgevonden op 29 oktober 1944. 'De Amerikaanse tanks die de aanval openden in Overloon, liepen vast in het Duitse Abwehrschirm. De VS-tanks werden veelal vernield door Panzerabwehrkanonen of Panzerfausten en Duitse mijnen.' Het Oorlogsmuseum in Overloon is mede gesticht ter nagedachtenis aan de zware tankslag die zou hebben plaatsgevonden.

Het schrijversduo legt ook de onvrede bij de Brigade Piron, de Belgen die Thorn bevrijdden, bloot. Er dreigde voorafgaand aan de bevrijding van het Witte Stadje een heuse revolte onder de Belgen, die dreigden terug te keren naar Brussel. 'Ze moesten met veel te weinig manschappen een lang front bezetten en dreigden ten onder te gaan aan oververmoeidheid', verklaren de onderzoekers.
Verder beschrijft het boek de Maas-Roerstelling, een verdedigingsstelling langs de grens in de bossen aan de Duitse kant. 'Die stelling is nog steeds zichtbaar.' Op het hoogtepunt van de bouwwerkzaamheden hebben daar 40.000 dwangarbeiders aan gewerkt. In Blerick meldde zich bijna niemand voor de Arbeitseinsatz. De Duitsers dreigden daarop de tankgracht midden door Blerick te leggen, waarna zich toch enkele mannen beschikbaar stelden. De linie bestond uit tankgrachten, loopgraven en een soort kleine bunkers, waarin plaats was voor een soldaat en een machinegeweer. Daaronder was plaats voor twee man die de munitie aan moesten voeren. Op de traptreden van sommige van die bunkertjes staat de tekst ‘Gut Schuss’ als laatste aanmoediging voor de schutter. 'Bij Hotel Cox over de grens ligt alles nog. Daar hebben ze overigens wel de gaten gegraven voor een Unterstand (manschappenverblijf), maar er geen opbouw op gezet, want de Duitsers wilden voorkomen dat de Geallieerden vanuit de lucht konden zien waar ze mee bezig waren.'

De vele dagboeken gunnen de lezer een kijkje achter de frontlinie. De ellende die zich op veel plaatsen heeft afgespeeld. 'Mensonterende toestanden in de psychiatrische inrichtingen in Venray. Die lagen aan de oostkant van het stadje, precies tussen de frontlinies. De patiënten lagen midden in de vuurlinie, zonder sanitair, eten of drinken. Sommigen waren boven op bed vastgebonden, anderen zaten in de kelder. Tientallen patiënten sloegen op de vlucht.' De twee zijn erachter gekomen dat zwart en wit niet bestond tijdens de oorlog. 'Aan beide kanten zaten goeden en slechten. We hoorden van diverse burgers dat er bij hen thuis meer door Britse en Amerikaanse soldaten werd geroofd dan door de Duitsers. En we hebben ook het verhaal van een Duitse deserteur. Hij probeerde in burgerkleding en op een fiets thuis te komen, Duitse troepen ontwijkend. Die jongens hoorden van de bombardementen op de steden waar hun familie woonde en wilden maar een ding: naar huis.

De boeken geven een chronologisch verslag van de bevrijding en de frontbewegingen door de ogen van de Geallieerden, de Duitsers en de burgers. Behalve teksten zijn unieke (kleuren)foto’s en frontkaarten in de uitgave opgenomen. Mart de Kruif, commandant der landstrijdkrachten, schreef het voorwoord.

Op 30 april wordt het boek gepresenteerd tijdens een besloten bijeenkomst in kasteeltje Hattem in Roermond. Het tweede deel verschijnt naar verwachting in 2018, het laatste deel in 2020.
Waar blijven de bevrijders verschijnt in een oplage van 1000 exemplaren. Het boek kan worden besteld via www.roermondinoorlog.nl. Na betaling wordt het boek in Midden- en Noord-Limburg thuis bezorgd.

Oorlogsmuseum: tankslag Overloon was een kleintje.
Direkteur Erik van den Dungen van het Oorlogsmuseum in Overloon reageert op ons verzoek per mail: ‘Het onderzoek en de conclusies ken ik niet, dus daarop wil ik niet reageren. Maar ik vind het terecht als het begrip ‘tankslag’ genuanceerd benaderd wordt. Met het begrip actief en passief verdedigen kan ik niet zo veel. Ter illustratie: de Duitse tank die achterbleef en nu in ons museum staat, was midden in het dorp Overloon voluit bij de strijd betrokken. Wat is daar passief aan, vraag ik me af. Tegelijk: van Geallieerde zijde waren er meer dan honderd tanks betrokken. Als er Duitse tanks met Geallieerde tanks het gevecht aangaan, dan zou dat toch een tankslag kunnen zijn, niet? Maar als je Overloon relateert aan El Alamein en Kursk, dan zijn we snel klaar: daar is de tankslag van Overloon een kleintje bij.’