Geboren op 9 februari 1904 in Nijmegen.
Janssen, Jacobus Everardus
Zijn roepnaam was Jacques en als schuilnaam gebruikte hij Jacob.
Gefusilleerd op 40-jarige leeftijd in Vught op 11 augustus 1944.
Jacques trouwt in 1928 in Nijmegen met Mathilde van Dreumel. Het echtpaar kreeg zes kinderen. Jacques werd EDAH filiaalhouder in Roermond. Het gezin woonde bij de zaak, aan de Hamstraat op nummer 21 in Roermond.
In de oorlog raakte Jacques betrokken bij het verzet. Vanwege het grote aantal onderduikers in Limburg waren er veel bonkaarten nodig. Er werd een overval op het EDAH filiaal in scène gezet, waarbij veel bonnen werden buitgemaakt, op woensdag 28 juli 1943. Jacques verleende medewerking aan deze overval.
Opperwachtmester Heiligers maakte proces-verbaal op van deze gebeurtenis.
Gekomen in de winkel, zag ik, de mij bekende filiaalhouder Janssen, zijn echtgenote en een familielid staan achter de toonbanken. Het was hen aan te zien, dat er iets abnormaals was gebeurd. Op de toonbank lagen zoals ik zag in wanorde verspreid verschillende opgeplakte vellen distributiebonnen. Verder was er voor zover ik heb kunnen nagaan niets bijzonders in de winkel te bespeuren. Op mijn vraag aan de filiaalhouder wat er was gebeurd, gaf deze mij in het kort te kennen, dat een gemaskerd persoon, gewapend met een vuurwapen de winkel was binnen gekomen en een hoeveelheid opplakvellen met distributiebonnen had weggenomen.
Hij nam de verklaring van Jacques Janssen op:
Op woensdag, 28 juli 1943, te omstreeks 23.20 uur, bevond ik mij als gewoonlijk in mijn winkel en was daar bezig met het opplakken, sorteren en inboeken van distributiebonnen. Deze bonnen had ik in de voorafgaande dagen in mijn winkel ontvangen. Ik moest deze de volgende dag inleveren op het distributiekantoor. Omstreeks die tijd werd er aan mijn winkeldeur gebeld en heb ik deze deur, niets kwaads vermoedende, geopend. Meteen toen de winkeldeur door mij geopend werd, duwde iemand van buitenaf met kracht de deur open en stapte er een een gemaskerd persoon mijn winkel binnen. Hij richtte een vuurwapen op mij en dwong mij terug te gaan tot achter in mijn winkel. Voorbij de toonbank waar de opplakvellen met distributiebonnen lagen. Nadat hij mij ver genoeg had terug gedrongen zei hij in het Duits 'stehen bleiben'. Hij greep met één hand, met de andere hand hield hij het vuurwapen op mij gericht, een hoeveelheid opplakvellen en verborg deze onder het zwarte laken wat hij aanhad. Hierna ging hij achteruitlopende naar de winkeldeur en verdween.
(F011)
Dit proces-verbaal werd opgestuurd naar Sicherheitsdienst in 's Hertogenbosch.
Jacques beschikte over een auto en hielp bracht hij geallieerde piloten naar België. Hierin werkte hij samen met een neef van de familie, pater Sebald Linders, in Nijmegen. Begin 1944 werd het verzet in Roermond geïnfiltreerd door een overgelopen verzetsman. Als deze bij Jacques langs ging liet hij niets los. Zijn neef had hem al gewaarschuwd voor deze persoon. Personen op de foto van links naar rechts: Theo de Wilde, Jacob Janssen en zijn vrouw Mathilde Janssen-van Dreumel, Corry Krommentuyn en de dames van Helden.
Toch kwam de overgelopen verzetsman genoeg aan de weet en lichtte hij de Sicherheitspolizei in ´s-Hertogenbosch in. Op 9 juni 1944 werden verschillende personen opgepakt, onder wie Jacques. Hij werd overgebracht naar de Polizeigefängnis in Haaren. Van daaruit schreef hij op 16 juli 1944 nog een brief naar huis. Tussen de regels door kon je lezen dat hij nog goed gezond was en dat hij hoopte snel weer thuis te zijn. Vervolgens werd Jacques overgeplaatst naar Vught.
Op 11 augustus 1944 werd Jacques om 21.00 uur nabij het kamp gefusilleerd. Zijn neef pater Sebald Linders werd eveneens op dit tijdstip om het leven gebracht op de Fusilladeplaats. Het gezin van Jacques verkeerde lange tijd in onzekerheid omtrent het lot van hun man en vader. Pas op 25 oktober 1945 kregen zij zekerheid. Het Afwikkelingsbureau Concentratiekampen liet schriftelijk weten dat Jacob was gefusilleerd.
'In antwoord op Uw verzoek om inlichtingen d.d. 14 October 1945, doet het mij zeer veel leed U te moeten mededelen dat, volgens de ten dienste van dit Bureau staande gegevens:
Jacobus Everardus Janssen
geboren 9 februari 1904 te Nijmegen,
op 11 augustus 1944 te Vught is gefusilleerd 's avonds om 9 uur.
Overeenkomstig de geldende voorschriften werd zijn stoffelijk overschot in het kampcrematorium verast.
Dit droeve bericht is ontleend aan het officiële Sterbebuch des Standesamtes Vught 1944.
Of aan deze gruwelijke daad een onderzoek en een vonnis zijn voorafgegaan is (nog) niet na te gaan.
Ik moge U verzekeren dat, indien en zodra mij nog iets naders omtrent deze zo zeer te betreuren daad bekend wordt, ik U daarvan op de hoogte zal stellen en ik hoop dat U met dezelfde moed als waarmede hij het offer van zijn leven voor zijn Vaderland heeft gebracht, dit smartelijk verlies zult weten te dragen.'
(F020)
Op dinsdag 13 november 1945 werd in de Munsterkerk in Roermond een plechtige uitvaartdienst gehouden.
Karl Klingbeil was in Kriminal-Sekretär van de Sicherheitsdienst in 's Hertogenbosch. Hij was op 9 juni 1944 betrokken bij de arrestaties in Roermond.
In 1947 verbleef Karl Klingbeil, als politiek verdachte, in het huis van bewaring in 's Hertogenbosch.
Hij legde op 28 april 1947 de volgende verklaring af:
De heer Janssen, filiaalleider van de EDAH in Roermond, heb ik in Haaren verhoord. In Roermond hebben wij vernomen, dat destijds een overval heeft plaats gehad in de winkel van Janssen, waarbij opgeplakte levensmiddelenbonnen gestolen werden. Thans was mijns zins de mogelijkheid aanwezig dat deze overval gefingeerd was en zo werd bevolen dat een afschrift van het toenmalige proces-verbaal naar de SD in 's Hertogenbosch moest worden gestuurd. Zover ik mij kan herinneren heeft een politie-beambte uit Roermond, de volgende dag het proces-verbaal in 's Hertogenbosch gebracht. Het proces-verbaal heb ik naderhand zelf gekregen omdat ik de zaak in onderzoek had. Ik heb destijds in Roermond de Commissaris van Politie Roselle persoonlijk niet gesproken over de zaak Janssen, als dit gebeurd is zal onze chef Hardegen dit hebben gedaan. Ik heb Janssen destijds in Haaren verhoord en hij heeft toegegeven, dat de overval gefingeerd was en hij de bonnen naar ik meen aan de illegaliteit heeft gegeven.
(F011)