Catharina de Bock - Maassen, geboren 20 augustus 1889
Maria de Bock, geboren 15 mei 1908
roepnaam Mia
Louisa de Bock, geboren 2 september 1920
roepnaam Wies
Helena de Bock, geboren 20 februari 1924
roepnaam Lene
Louis de Bock, geboren 24 juli 1928
roepnaam Loeke
Cato de Bock - van Eck, geboren 9 februari 1915
Alda de Bock, geboren 6 juli 1942
Nettie de Bock, geboren 2 oktober 1944
Johanna de Bock - Stroucken, geboren 8 november 1919
Allen geboren in Roermond en allen omgekomen tijdens het bombardement op 11 november 1944.
Het was ochtend toen geallieerde vliegtuigen een zwaar bombardement op Roermond uitvoerden. Binnen 15 minuten vielen er ongeveer 30 bommen op de stad, waarschijnlijk bedoeld voor het stationsemplacement. Enkele bommen ontploften niet. De bommen kwamen in vele straten neer zoals: Munsterstraat, Munsterplein, Pollartstraat, Hamstraat, Abdijhof, Stationsplein, Knevelgraafstraat, Veldstraat, Begijnhofstraat, Leliestraat, Dionysiusstraat, Bergstraat, Markstraat, Neerstraat, Kapellerpoort, Schuitenberg, Koningin Regentesselaan, Nassaustraat, Godsweerdersingel.
Veel mensen beschreven deze gebeurtenis in hun dagboek, zo ook J. Franssens. Hij bevond zich in het St.Laurentiusziekenhuis op dat moment:
De sirenes zetten hun concert weer in. Tijd om de kelders in te vluchten is er niet. De eerste bommen vallen al in de omgeving van de Maasbrug, dan over de stad heen in de richting van het station. Het blijft bommen regenen. Zo erg en zo dichtbij is het nog nooit geweest. Bulderend ontploft de ene bom na de andere. Er schijnt geen einde aan te komen. Alles davert en we horen huizen krakend instorten. Boven de stad hangen enorme stofwolken.
Dini de Bock, wonende in de Veldstraat bevond zich op dat moment in de kelder van bakker Thomassen aan de Hamstraat.
Dit verschrikkelijke bombardement staat bij Dini in het geheugen gegrift:
Mijn moeder en ik liepen op die bewuste morgen via de Leliestraat richting Munsterplein. Zij ging vlees kopen bij slager Hammes op de Steenweg en ik was op weg naar de Hamstraat, om daar te gaan wandelen met de kinderen van bakker Thomassen. Toen ik linksaf sloeg en mijn moeder rechtdoor ging, zwaaide zij nog naar mij. Dat was het allerlaatste wat ik van haar zag. Toen een tijdje later de sirenes begonnen te huilen, zei bakker Thomassen dat ik niet meer naar huis kon gaan omdat vliegtuigen onderweg waren. Ik moest dus maar in hun kelder komen schuilen. Kort daarna vielen de bommen. Telkens als er een zware dreun klonk greep mevrouw Thomassen mij vast en sloeg de bakker de armen om zijn kinderen heen. Toen alles voorbij was en bakker Thomassen buiten een kijkje ging nemen, was het eerste dat ik aan hem vroeg: ‘Was dat bij ons?’ Waarop hij zei: ‘Nee, het was verderop.’ Maar toen we naar de eerste verdieping gingen, omdat je daar uitzicht had op de woningen in de Veldstraat, zag ik wat er met ons huis was gebeurd. Op 3 plaatsen kringelde rook omhoog. Op een van die plekken had ons huis gestaan.
Om 11.48 uur kwam de eerste melding binnen bij de Luchtbeschermingsdienst. De doktoren en Rode Kruis medewerkers trokken naar de getroffen straten/woonhuizen.
11.48 uur. Bevel aan Technische Noodhulp.
12.15 uur: Ingekomen melding van Hoofdbrandwacht de Bock, Veldstraat in puin, brandweer kan niet uitrukken.
12.20 uur. Dr. Bär gaat met zes mensen Rode Kruis naar de Hamstraat en drie brancards. Bevel aan de Luchtbeschermingsdienst: Ploeg van acht man naar Knevelgraafstraat/ Veldstraat.
12.50 uur. Bericht van Hamers, in de Veldstraat liggen nog twee mensen gewond in de kelder. Dr. Imkamp gaat daarheen met twee brandcards en twee of vier mensen van het Rode Kruis.
(F022)
(F022)
Er was een ontzettende ravage in de stad. Één van de allesvernietigende projectielen was op het woonhuis van de familie de Bock in de Veldstraat terecht gekomen. Van de in totaal 14 familieleden die zich op dat moment in het pand bevonden, kwamen er 9 niet meer levend onder het puin vandaan. De slachtoffers waren Catharina, de moeder van het gezin, de dochters Mia (36 jaar), Wies (24) en Lène (20) en zoon Loeke (16 jaar).
Moeder Catharina en Mia
Wies en Lene
Loeke
(F022)
Vader Lei en zijn zonen Sjang en Jacques, alle drie brandweermannen, waren op het moment van het bombardement in de brandweer kazerne. De andere twee zonen Harrie en Fons overleefden de bominslag. Harrie stond op het moment van de inslag midden op straat en Fons kon nog net op tijd op de keldertrap springen. Fons raakte echter zwaar gewond en lag een half jaar in het ziekenhuis. De vrouw van Jacques, Cato van Eck, kwam eveneens om bij het bombardement, zo ook hun beide kinderen Alda (2 jaar) en Nettie (was pas 6 weken oud) .
Cato en Alda
Er was nog geen foto gemaakt van Nettie, zij was pas 6 weken oud.
(F022)
Ook de vrouw van Harrie, Johanna Stroucken, zij was 5 maanden zwanger overleefde de aanval niet.
Johanna
(F022)