Persoonlijke verhalen uit frontstad Roermond (12)

Voedselschaarste - november 1944

De problemen met het verkrijgen van het benodigde voedsel werden groter en groter. De stad werd bijna dagelijks beschoten door de artillerie. Vaak was het gevaarlijk om de straat op te gaan, maar men moest het gevaar wel trotseren om eten te kunnen bemachtigen. De melk voor zuigelingen kwam onder andere van de melkfabriek Hygia. Zij hadden paard en wagen om voor de verdeling van de melk te zorgen. Begin oktober had de Wehrmacht dit span echter in beslag genomen en daardoor de levering van melk bijna onmogelijk gemaakt. De Ortsgruppenleiter en Burgemeester van Maasniel eiste dat de Wehrmacht paard en wagen terugbrachten zodat de hoognodige melk weer geleverd kon worden in Maasniel en Roermond.

Teruggave paard en wagen bij Hygia (Henk van Eck)

Kees Verschueren schreef over de problemen omtrent de voedselschaarste: 18 november: Hoe kom je aan ‘smeermiddelen’ voor op de boterham? Een heel probleem! Het is soms een hels spektakel, zodat we gedwongen zijn het keldertje op te zoeken. Toch gaan Rien en Jan naar buiten, gisteren om groenten te bemachtigen en vanmorgen om 'schlamm' uit het huis te halen. Op het ogenblik is Rien de stad in om de meest noodzakelijkste boodschappen te doen. Rien is om 13.00 uur terug van haar boodschappentocht. Het was onverantwoordelijk om te gaan. God zij dank is ze heelhuids thuisgekomen.
19 november: De bakkers in de binnenstad, die zo zwaar getroffen zijn door granaatvuur, hebben gisteren niet gebakken. Veel mensen zitten dus zonder brood. Onze bakker is gelukkig op zijn post gebleven, hij levert alleen maar brood aan zijn klanten.
22 november: Door een treffer is het reservoir van de watertoren lek, sinds vanmorgen geen water meer. Geen gas, geen licht, geen water! Weinig proviand op de koop toe. We hadden ons de bevrijding toch anders voorgesteld. Vooral met het eten wordt het moeilijk. Hoe boter eruit ziet, weten we zo zachtjes aan niet meer. We hebben nog een beetje stroop en wat aardappelen. Als het echter nog weken mocht duren weten we toch geen raad meer. Rien is vanmiddag op brood uit geweest, bracht gelukkig wat mee.
27 november: Rien is vandaag twee maal op proviand uit geweest. We hebben nog voor een dag of tien aardappelen, dan is de voorraad op. Er wordt elke dag bijna anderhalve emmer geschild. Rien bracht vandaag een levend konijntje mee. Geslacht en schoon aan de haak precies één kilo gewicht. Duur vlees! Verder zeven pond melkpoeder, een dikke twintig kilo appels. Dus ze is niet vergeefs geweest.
28 november: Weer de stad ingegaan op zoek naar proviand en met succes. Ze kwam thuis met een geweldig brood en weer zes of zeven pond melkpoeder en ‘lest best’ bijna vijf pond spek. Dit laatste voor luttele guldens.
29 november: Vanmorgen is het arme vrouwtje naar Melick gestapt om te trachten aardappelen te vinden. Zestig kilo aardappelen op de kop getikt, ettelijke flinke broden en vijf pond rundvlees. Doodmoe thuisgekomen. Het is te veel, met de dag wordt ze magerder! Ze houdt zich kranig.’

De problemen omtrent voedselvoorziening zouden nog lang aanhouden.