Persoonlijke verhalen uit de frontstad Roermond (4)
Achteruitgang openbare leven - september 1944
De eerste week van september heerste grote onrust in Roermond. In de week van 4 t/m 9 september werd elf maal luchtalarm gegeven. Daarna werd de electriciteit afgesloten en kon het luchtalarm niet meer gebruikt worden. De scholen werden gesloten, de kinderen mochten thuis blijven. Na 12 september verscheen de krant ‘de Nieuwe Koerier’ niet meer vanwege gebrek aan papier. Overal was schaarste. Ook de gastoevoer viel stil. Alsof dit alles niet rampzalig genoeg was gebeurde het ook vaker dat er geen stromend water was. De inwoners van Roermond waren aangewezen op het water dat ze haalden bij waterpompen. Een van deze pompen bevond zich in het klooster van de Ursulinen. Een zuster van de Ursulinen schreef hierover in haar dagboek: 'Er was geen licht, geen gas en dikwijls geen water. Dan kwamen de Roermondenaars met emmers en kannen bij de pomp in de kelder van het klooster water halen, hetgeen aanleiding gaf tot de nodige knoeierij: bijna de hele dag dreef de kelder.'
In Huize Sint Jozef verbleven circa 300 man. Het was een hele opgave om elke dag het eten bij elkaar te krijgen. De jongens werden in groepjes verdeeld en elk groepje werd apart op pad gestuurd om eten te vergaren. Broeder Wendel schreef herhaaldelijk hierover: ‘8 september: Vandaag diverse malen erop uit geweest voor de voedselvoorziening. Wij mochten 1.000 weckglazen ophalen bij de goederenloods naast het station. Met de levensmiddelen zal het krap aan worden. We hebben nog aardappelen tot overmorgen. We zijn vandaag gaan kijken voor nieuwe aardappelen maar de Duitsers hebben onze bakfiets in beslag genomen. Wij zitten zonder vervoer.
17 september: De waterleiding zou worden afgesloten. Iedereen is alles met water aan het vullen. Ik kwam op het idee om de 1.000 weckglazen te vullen met water. Wij zijn meteen begonnen, 3 broeders en 7 jongens. Om 10.00 uur waren we klaar, we hadden weer 1.200 liter water in voorraad.
18 september: De waterleiding is vanmiddag even buiten werking geweest maar functioneerde later weer normaal. Gas is er al een paar dagen niet meer. Vanmorgen geen electricteit meer. Dat is beroerd. Overal op de slaapzalen en kamers kaarslicht. We leven op het ogenblik een paar honderd jaar terug. Geen licht, radio, kranten, spoorwegvervoer, auto’s, fietsen, paarden, geen huisbel enfin niets meer van dat alles.
20 september: Het eten was zoals gewoonlijk de laatste tijd weer knudde. ’s Morgens eten we 6 sneden brood met jam of stroop als het er al is. ’s Middags soep met aardappelen en ’s avonds aardappelen en één plakje kaas. Soms ook wel eens wat groenten en wat vlees.’
De Duitsers hadden bij hun terugtocht alle vervoermiddelen in beslag genomen, op enkele uitzonderingen na. Vervoersbedrijf Schaffhausen uit de Neerstraat was zo’n uitzondering. Zij kregen van de Duitsers een verklaring dat paard en wagen niet gevorderd mochten worden, deze werden gebruikt voor het vervoer van stoffelijke overschotten en personen.
Verklaring paar en wagen niet in beslag nemen (familie Schaffhausen)
In de maand september was het voorheen ‘normale’ leven sterk veranderd in negatieve zin. Het einde was nog niet in zicht.