Persoonlijke verhalen uit frontstad Roermond (16)
Oppakken onderduikers - december 1944
De Duitsers voerden het aantal razzia’s op, op zoek naar mannen. Duitse patrouilles liepen door de straten. De voordeuren moesten open blijven. Op 15 december werd een oproep aangeplakt dat iedereen die een Ausweis had naar de Ortskommandantur moest komen om er een nieuwe stempel op te laten zetten. Indien de mannelijke inwoners zich niet zouden melden dan volgden strenge straffen indien ze opgepakt werden. De meeste mannen negeerden de oproep en bleven in hun schuilplaatsen.
Omstreeks een week voor kerstmis was er in de woning van de familie Oljans aan het Schoolpad een razzia. Jan Oljans en Louis Uphus werden opgepakt. Louis Uphus ontsnapte en Jan Oljans werd overgebracht naar de Nassaustraat. Hij werd dezelfde dag nog vrijgelaten omdat hij geen 16 jaar was. Verklaring van H. Oljans: ‘Tijdens deze razzia waren tevens Wicher en Thijs Oljans, mijn broers, nog aanwezig in de woning. Zij konden nog ontsnappen door op zolder in een schuilplaats te verdwijnen. De Fallschirmjäger hadden gedreigd terug te komen. Wicher en Thijs voelden zich niet meer veilig en gingen een schuilplaats zoeken in de school aan het Schoolpad.’
W. Scheffer verbleef al in de school: ‘Ik had op de bovenverdieping een klaslokaal ingericht als woonvertrek. Mijn zoon, Hubertus Selder, was bij mij ondergedoken. In het vertrek bevond zich een muurkast, waaruit de bodem kon worden verwijderd. Deze schuilplaats was al aanwezig toen ik dit vertrek betrok. Meerdere personen vonden daar een schuilplaats.’
Onder de burgers bevond zich soms een enkeling die geen onderscheid wist te maken tussen zijn eigendom en dat van andere mensen. Zo kwamen de Duitsers op eerste Kerstdag een ‘plunderende’ Roermondenaar op het spoor. Deze man had tijdens de nacht van 24 op 25 december nog gekaart met de onderduikers in de school.
Hij werd gearresteerd en onderweg naar het politiebureau wilde hij zijn eigen hachje redden en vertelde dat hij een aantal onderduikers wist te zitten. De Fallschirmjäger liepen met hem terug naar het Schoolpad en daar wees hij de schuilplaats aan. Op dat moment zaten er de volgende personen: de twee broers Thijs en Wicher Oljans, Louis Uphus, Mathieu Sevenich en Jantje Tobben die allebei amper zestien jaar waren, Willem Jongen, Lambert Janssen, Willem Winters en Hubertus Selder. W. Scheffer beschreef het oppakken van de onderduikers: ‘Omstreeks één uur in de nacht werd ik wakker door bonzen op de deur. Er waren drie of vier Duitsers, die de kamer binnen kwamen en riepen: ‘Die Männer raus’. Zij gingen regelrecht naar de muurkast en wierpen een zak aardappelen van de schuilplaats. Een Duitser stootte met de kolf van het geweer door de vloer. Vervolgens moesten de mannen uit de schuilplaats komen en gingen in een kring in onze kamer zitten. Vervolgens werden zij weggevoerd.
Ortskommandantur in de Nassaustraat (gemeentearchief Roermond)
Zij werden overgebracht naar de woning van de textielhandelaar Huizen aan de Nassaustraat, alwaar de Ortskommandantur gevestigd was.