“Het gaat niet om leven, maar om overleven…..”
Het was een van de spreuken van de vader van Annette M. Mul, waarmee zij werd grootgebracht.
Zinnen, woorden, spreuken uit het ouderlijk gezin, die bewust en onbewust impact op je leven hebben. Maar de onuitgesproken woorden en codes zetten zich nog dieper vast in je lijf en geest.
4 Mei, dodenherdenking. Ik was nog klein, toen ik al voelde hoe beladen die twee minuten bij ons thuis waren. De verhalen over de oorlog hoorde ik mondjesmaat van mijn ouders.
Twee versies:
- De vader van mijn moeder, de verzetsheld met medailles. De angst van mijn moeder, toen de Duitsers bij haar op de lagere school kwamen vragen, waar haar vader was.
- De vader van mijn vader bij de SS. Mijn vader nam mijn broer en mij al jong in vertrouwen. Hij was 8 jaar, toen zijn vader bij de SS ging en het gezin verliet. Zijn kinderjaren in Polen en Oostenrijk. Een gebrainwasht kind bij de NSB en Hitlerjugend.
(F061)
Na de oorlog, zijn vader neergeschoten aan het Russische front, zijn moeder kaalgeschoren en met pek besmeurd de gevangenis in. Hij, als 12-jarig jongetje, naar zijn gereformeerde grootouders, zijn kleine zusje het klooster in. Het ontwrichte gezin: Geen ruimte voor verdriet. Op de Mulo kwamen kinderen achter het oorlogsverleden van zijn vader. Hij werd aan een boom vastgebonden en gegeseld met een broeksriem. Wellicht heeft hij toen besloten om niet meer te praten over zijn vader, geen verdriet meer te voelen. Zijn gevoelsleven af te sluiten. Zijn astma, zijn benauwdheid, had ongetwijfeld ook een psychische component.
Mijn vader was een cognitief intelligente man en nam zich voor om goed voor zijn vrouw en gezin te zorgen. Financiële onafhankelijkheid stond hoog in zijn vaandel. Zijn carrière bij een bekende oliemaatschappij ging nagenoeg over rozen. Mijn broer en ik werden opgevoed met een grote focus op schoolopleiding en prestige. En…met het ‘geheim’, het oorlogsverleden van zijn vader, onze opa.
Echter met het ‘afsnijden’ van verdriet heeft mijn vader het grootste deel van zijn totale gevoelswereld afgesneden. Alcohol, humor en hard werken waren de maatschappelijk geaccepteerde overlevingsstrategieën. Maar als kind voelde ik zijn ‘ongelukkig’ deel, dat tegelijkertijd niet bespreekbaar was. Ik probeerde zijn emotionele onbereikbaarheid te overbruggen. Echter zijn gespletenheid maakte van hem 2 personen. Enerzijds de hardwerkende humoristische en zorgzame man en vader. Anderzijds de alcoholische man met onberekenbare driftbuien. Er was een binnenwereld en een buitenwereld. Verschillende werelden, verschillende delen, de gespletenheid ontwikkelde zich ook in mij. Leven met geheimen, opgesloten in mijn eigen gevoelswereld. Zijn wie ik was ging gepaard met het bijbehorende oordeel, dat ik dan disloyaal was aan mijn vader. Ik ontwikkelde op mijn 19e een eetstoornis om het gevecht in mij, de oorlog in mij, te bedekken.
Mijn overtuiging en besluit om met deze aanvankelijk ‘niet-toegestane-delen’ naar buiten te komen is meerledig. Allereerst een postuum eerbetoon aan mijn vader, nu ik zijn lijden beter begrijp. Verder aan mijn opa, omdat ik nu begrijp met welke intentie hij toen de keuze gemaakt heeft. Door zijn ‘foute’ keuze ben ik in mijn leven gaan begrijpen, ook zelf staande voor fundamentele keuzes, dat er geen zwart-wit is. Dat context, tijd en intenties altijd door elkaar lopen en dat het ‘oordeel’ vaak maar al te makkelijk wordt ingezet, om de eigen handen in onschuld te kunnen wassen. Voorts ook mijn boodschap aan de wereld: te begrijpen, dat je als kind geen keuze hebt in welk gezin en familie je wordt geboren. Je bent er afhankelijk van. Noch schaamte noch trots is in feite gerechtvaardigd. Het is niet jouw verdienste, noch jouw schuld.
Dit is een ontdekking, die ik alle oorlogskinderen, en dit zijn er wereldwijd schrikbarend veel, gun. Iedereen heeft het recht om te voelen, te zijn wie hij of zij ten diepste is. Met rouw en vreugde, met liefde als bestaansrecht.
Het gaat niet om overleven, maar om leven, de liefde in het leven.
“Het is beter om de liefde te bedrijven dan om de angst te bestrijden!”
“Er is niets dat niet vergeven kan worden en niemand die geen vergeving verdient”.
Desmond Tutu
De laatste brief van de opa van Annette, uit Rusland, is bewaard gebleven. Een gedeelte uit deze brief:
'Rusland, 20 mei 1943,
Lieve Zus,
Gisteren kreeg ik van mijn vrouw een brief waarin ze mij schreef dat je bij haar was geweest. Dat vond ik werkelijk lief van je. Des te meer leed deed het me om in dezelfde brief te moeten lezen dat je man in krijgsgevangenschap moet. Het is een beroerde tijd voor ons allemaal. Ik ben ook al meer dan twee jaar bij mijn vrouw en kinderen weg. Weliswaar heb ik dat vrijwillig op mij genomen, omdat ik eenmaal daarin mijn plicht zie. Hier in Rusland heb ik het bolsjewisme leren kennen met al zijn verschrikkingen. En daarom doe ik met ene overtuigd hart mijn plicht. Want als deze beestmensen zouden overwinnen blijft er van ons, maar ook van jullie niets meer over om te leven. Daarom zus is het beroerd voor je dat je tijdelijk van je man moet scheiden maar ik heb goede hoop, dat het niet te lang zal duren. Het offer dat je moet brengen is zwaar maar laat je er niet door buigen. Neem een voorbeeld aan Marie en houd de kop hoog. Je man is niet aan het front zoals ik. Er kan hem niets gebeuren. Zorg dat je blijft die je altijd was, een flinke dappere vrouw. Dan zal na de oorlog het leven je weer alles geven wat je nu moet missen. Het allerbeste wens ik je voorts met je kleine jongen. Je toegenegen broer,
Jan
(F061)