1 september - aanval munitietrein

De septembermaand begon voor Roermond met een aanval op enkele treinen door Amerikaanse en Britse vliegtuigen. Op de Melickerhei werd op 1 september een Duitse munitietrein in brand geschoten. De piloten van de vliegtuigen hadden al snel door dat het hier om een munitietrein ging. Er werd wel 10 keer gedoken en geschoten op de trein, totdat de gehele trein in vuur en vlam stond. Bij de Buggenumerbrug werden tijdens een aanval zeven locomotieven beschoten. Twee van deze locomotieven bevonden zich op de brug. De gevechten werden nu ook voor Roermond werkelijkheid. In Roermond durfde niemand zich op straat te begeven.
Dagboek L. Wiermans: 'Om kwart voor negen trokken veel vliegtuigen over. Het Duitse afweergeschut kwam in actie. De Britse jagers beantwoordden dit schieten met de boordwapens, zodat het gedurende een vol uur uiterst gevaarlijk was zich op straat te begeven. Daarom gingen wij naar de kelder. Verder bleef die dag alles rustig.'
(D005)

De gemeentepolitie gaf in een beknopt rapport de gebeurtenissen en acties weer:
'08.59 uur: Sein luchtalarm
09.56 uur: Sein luchtalarm geëindigd
10.03 uur: Bericht van de brandweercommandant dat de manschappen zich bevindende in de brandweergarage op hun post moeten blijven en derhalve niet weg mogen gaan
11.15 uur: Opdracht:
1. Post naar Heidebaan met taak te voorkomen, dat publiek zich in oostelijke richting begeeft in verband met ontploffingsgevaar. Wachtmeester Stikkelman ter plaatse tot gevaar geweken is.
2. Post naar Keulsebaan. Zelfde taak. Opperwachtmeester Wevers ter plaatse.
3. Brandmeester met zware spuit naar Heidebaan ter assistentie van brandmeester Meyers. Brandmeester Lennarts onmiddellijk uitgerukt.
15.30 uur: Op last van commandant brandweer de gehele brandweer gealarmeerd.'

(F021)

De luchtbeschermingsdienst stelde een uitgebreid rapport op over de aanval en de ondernomen acties als reactie hierop.
'Op heden, 1 september 1944 kunnen wij Marie Joseph Eduard de Ras, Chef van de Staf bij de Luchtbeschermingsdienst te Roermond en Guillaume Hubert Marie Sijmons, opperluitnant bij de Gemeentepolitie te Roermond het navolgende verklaren:
Om 08.56 in den voormiddag is, tengevolge van een aanval met boordwapens op het station Roermond, door de Ortskommandantur luchtalarm gegeven. Den aanval op spoortreinen om en bij Roermond heeft ruim een half uur geduurd, gedurende welke tijd de aanvallende vliegtuigen van af het stationsemplacement en de binnenplaats van het Ursulinenklooster onder vuur genomen werden. Om 09.52 is door de Ortskommandantur het signaal 'eind luchtalarm' gegeven. Uit de ingekomen meldingen kwam inmiddels vast te staan dat op de lijn Vlodrop-Roermond, een in de richting Roermond rijdende munitietrein in brand was geschoten terwijl op de Buggenummerbrug op de grens tussen Roermond en Haelen, vermoedelijk nog op het grondgebied van de gemeente Haelen een convooi van zeven Duitsche locomotieven doorschoten was. Van de munitietrein is de locomotief vernield terwijl ongeveer twintig wagons met munitie door brand met daaraan gepaard gaande ontploffingen, vernield zijn. De brandweer is met een spuit uitgerukt doch kon het eerste uur, tengevolge van de herhaalde ontploffingen, geen blussingswerk verrichten. Hiervoor was overleg gepleegd met de op het terrein aanwezige officier der Feldgendarmerie. Omstreeks 11.30 was het gevaar tengevolge van de ontploffende munitie zoodanig verminderd dat de brandweer langs een omweg de brandende woning van M. van Eck Maalbroekerbaan 35 kon bereiken en het blusschingswerk ter hand nemen. De woningen van Smit Heidebaan 28 en Smits Maalbroekerbaan 36 waren zo kort bij de nog brandende trein gelegen dat ze moesten worden prijsgegeven. In den namiddag omstreeks 15.30 werd door den stationschef der Nederlandse Spoorwegen, in opdracht van den Duitsche stationschef, opdracht gegeven om de brandweer te doen uitrukken met 600 meter slang voor het blussen van de nog brandende resten van den trein. Aan de gemeentepolitie werd opdracht gegeven om het omliggende terrein, dat vol ligt met deels niet ontplofte granaten, onder bewaking te stellen.'

(F021)

De hele dag werd er door de meeste burgers van Roermond niets uitgevoerd dan alleen maar luisteren naar de ontploffingen bij die trein. Er zaten ook 3 bommen in die bij het ontploffen de grond helemaal lieten dreunen. Het ontploffen van munitie ging door tot ongeveer 10 uur ’s avonds. Toen nam het af.

Munitie opruimen op de Melickerhei
De niet ontplofte munitie van de in brand geschoten munitietrein moest worden opgeruimd. Er werden mensen aangewezen die bij de opruimingswerkzaamheden moesten helpen. De telefoongesprekken van het politiebureau werden afgeluisterd en opgeschreven. Op 2 september vonden de volgende telefoongesprekken plaats.
1. Gesprek tussen de Ortskommandant en de commissaris van politie Roselle.
'Ortskommandant: Er zouden zich 100 man om 07.00 uur melden bij de Bahnhof Offizier. Deze zijn aangewezen en door de politie aangezegd volgens een lijst van de burgemeester. Om 08.00 uur is nog niemand aanwezig. Dit is absoluut dienstweigering en zal gestraft worden. Vandaag nog!!!'
2. Gesprek tussen de commissaris van politie Roselle en de Feldgendarmerie. Roselle informeerde bij de Feldgendarmerie wat er precies gebeurd was.
'Feldgendarmerie: De Bahnhof Offizier heeft de mensen vanmorgen teruggestuurd.
Roselle: Die heeft daar niets mee te maken. Ze moeten zich melden bij de Reichsbahn. Dan moet ik ze weer opnieuw laten aanzeggen.
Feldgendarmerie: En diegenen die zich weigerachtig maken?
Roselle: Die moeten er naar toe gebracht worden.
Na dit gesprek gaf Roselle aan de burgemeester door dat er een vergissing in het spel was.'

3. Gesprek tussen de Feldgendarmerie en de commissaris van politie Roselle.
'Feldgendarmerie: Mensen opnieuw oproepen, zo spoedig mogelijk. De Oberleutnant is naar het station om de zaak op te helderen. Een Feldgendarm staat aan het station om mensen te ontvangen die komen werken. De burgemeester is op de hoogte.'
4. Gesprek tussen opperluitnant van politie Sijmons en de Ortskommandantur.
'Sijmons: Aan beide zijden van de spoorbaan ligt munitie, welke opgeruimd moet worden. Wilt U de Wehrmacht daarvoor laten zorgen.
Ortskommandantur: Ja, ik zal het met de Feldgendarmerie dit bespreken en dan hoort U nog wel.'

5. Gesprek tussen de commissaris van politie Roselle en de Feldgendarmerie.
'Roselle: Opnieuw 100 man laten aanzeggen voor werkzaamheden, opruimen munitie van de trein. Aantekenen bij wie U geweest bent en daarna de lijst meebrengen. Om 08.00 uur morgenvroeg melden bij de Ortskommandantur.
Daarna belde Roselle nog naar burgemeester Lensing om de afspraken door te geven. Er zou om 08.00 uur eerst appèl zijn en dan worden ze per auto naar de trein gebracht.'

(F021)

De niet ontplofte munitie van de munitietrein werd tot ontploffing gebracht. Op 7 september vond hierover een telefoongesprek plaats tussen opperluitnant van politie Sijmons iemand op het stadhuis.
'Sijmons: De Feldgendarmerie belde dat ze zo spoedig mogelijk vijftig arbeiders moesten hebben voor het laten springen van de granaten op de hei. Bel publieke werken maar op dat die ervoor zorgen. Komen de arbeiders niet dan leggen ze lonten in die hopen munitie en dan kunnen de mensen in Roermond hun vensters loszetten.'
(F021)

Dagboek van Groendaal: 'Het is niet bekend of deze arbeiders zijn komen opdagen. De Duitsers hebben de munitie wel laten ontploffen.
Telkens nog zware ontploffingen van granaten, 250 telkens in een kuil, van de verbrande munitietrein, dan trilt het hele huis. Eerst ziet men de vlam, dan de rookzuil en na drie of vier tellen volgt de klap.'